Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De [24]stem des HEEREN roept tot de [25]stad (want Uw [26]Naam ziet [27]het wezen): Hoort de [28]roede, en [29]wie ze besteld heeft! 24. Alsof de profeet zeide: Dat gij nu geheel anders doet dan gij wel weet dat God van u eist, en dat gij daarmede zijne straffen verdient en veroorzaakt, zulks wordt dagelijks door zijne profeten, en nu door mij, gepredikt en openlijk aangezegd. 25. Jeruzalem: sommigen duiden het op Samaria uit vs.16, of op beide deze hoofdsteden. 26. Dat is, Gij zelf, o Heere, [vol van heerlijkheid en majesteit] weet alles. Zie Deut.28:58. 27. Of, water is, dat is alle ding; of wat er omgaat, hoe het er gesteld is. Anders: ziet naar de wijsheid [die in de ware bekering bestaat]. Anders: de wijsheid [dat is een wijs man] zal uwen naam zien; dat is, zal merken dat Gij het zijt, dat het uwe woorden en werken zijn, en zich daarnaar regelen. Zie van het Hebr. woord Job 5:12. 28. Dat is, de profetie van Gods roede, dat is, straffen en plagen. Zie Job 9:34; Jes.10:5; Klaagl.3:1 met de aantekening. 29. Dat is, dien die deze roede, of dat [kwaad] verordineerd, plaats en tijd bestemd heeft. Of, vragenderwijze: Wie heeft ze besteld? Te weten, anders dan God. Zie gelijke woorden van het zwaard des Heeren, Jer.47:7, en verg. Jes.30:32 met de aantekening.